donderdag 9 augustus 2007

Valt er nog wat te lachen met die Abdulwahid?

Humor. Sinds jaren de rode draad in de boodschap van Abdulwahid van Bommel. In het humorpamflet "Valt er nog wat te lachen met die moslims", verschenen in maart 2007, komen niet alleen zaken samen die Van Bommel op het gebied van humor heeft verzameld en overdacht, hij gaat ook uitgebreid in op de actualiteit, moslim stand-up comedians, humor in de koran en de hadith en - ik noem maar een voorbeeld -  het gebrek aan humor van een bekende Noorse moella (zeker geen Nasroeddin!).

VOORAFJE

Van Bommel is niet vies van een controverse meer of minder. Dat siert hem. Zelf zie ik in zijn woorden veel relativeringsvermogen. Hij relativeert door uit te vergroten (naar het voorbeeld van die legendarische moella Nasroeddin die achterstevoren gezeten op zijn ezel is afgebeeld op de cover van het humorpamflet). Exemplarisch zijn deze woorden uit de laatste alinea van de inleiding van het pamflet: "Na deze algemene verkenningsvlucht over de moslimwereld op zoek naar humor, is er geen ontsnappen meer aan. Ik moet vertellen volgens welk meesterplan dit boek is opgebouwd en ingedeeld." Dat smaakt naar meer!

ZEVEN GANGEN

Herkenning
Na dit voorafje volgt een uitgebreid zevengangen menu. Licht verteerbaar, leerzaam, met soms een bittere bijsmaak. Van Bommels beschouwingen en commentaren zijn goed gemengd met een keur aan moslimwitzen en Nasroeddin leerverhalen. Zelfs de Turkse volksheld Temel komt langs. Een feest der herkenning! Vele verhalen ken ik al van Van Bommels stripalbum "Moella Nasroeddin" uit 1993 (tekeningen door Ybed) en "De spijker van Gohâ", een serie van twee artikelen over humor en islam, gepubliceerd in het NMO kwartaalblad Karavaan (1996).

Confrontatie
Over die artikelen zegt Van Bommel in het humorpamflet het volgende. "Toen ik in 1996 een serie artikelen over humor in de islam schreef, kreeg ik een boos telefoontje. Of ik van mijn geloof was gevallen. En de eigenaar van de boze stem wist wel waarom ik humor op de islam betrok: 'wiens brood men eet, diens woord men spreekt', en hij hing op. Hij doelde erop dat ik voor een gesubsidiëerde instelling werkte en nu mijn Nederlandse kant liet zien. Dat was de eerste keer dat ik met de moslimcontroverse over humor werd geconfronteerd."

Afvalligheid
Bij de uitgave van het humorpamflet is hij opnieuw beschuldigd van afvalligheid. "Lachen als een moslim met kiespijn is nog geen vaste uitdrukking, maar dreigt het wel te worden. Misschien is het nog niet te laat," zegt hij in de inleiding. Het lachen dreigt Van Bommel even te vergaan. Hij heeft de bui zien hangen, maar dat heeft hem er niet van weerhouden door te gaan op de ingeslagen weg. Daar zou ik aan toe willen voegen "Wat de moslim niet kent, dat eet hij niet". Bruggetje terug naar het zevengangen menu.

Ingebed
Van een compleet overzicht van de menukaart krijg je geen lekkere trek en het doet afbreuk aan de rijkgevulde maaltijd die door Van Bommel wordt voorgeschoteld. Net zoiets als het uitleggen van een mop. Dat is dodelijk. Humor op zich ook. In het genoemde "Karavaan" artikel staat de laatste satirische column van de vermoorde Said Mekbel (overgenomen uit het Franse ochtendblad 'Le Matin') ingebed tussen leerverhalen over Nasroeddin en overleveringen over het gevoel voor humor van de profeet, vrede zij met hem. De column krijgt als tussenkopje 'Valt er nog wat te lachen in de islam?' Een retorische vraag! Want op de cover van het blad staat pontificaal (excusez le mot) het antwoord: "Islam is lachen!"

Losgerukt
In het humorpamflet heeft Van Bommel de Mekbel column losgerukt van zijn Nasroeddin omgeving. Hij refereert nog wel aan de band van Mekbel met Nasroeddin maar plaatst de column vervolgens wel onder het kopje 'Humor roept geweld op'. Deze column maakt deel uit van de zevende en laatste gang van de maaltijd. Een gang met een bittere bijsmaak, want de column wordt direct gevolgd door een overzicht van stand-up moslimmannen en -vrouwen (met als vreemde eend in de bijt de christelijke Palestijnse stand-up comedian Ray Hanania). Zou Van Bommel het idee hebben dat hen ook hetzelfde lot als Mekbel staat te wachten? "[Op] 3 december 1994 werd Said Mekbel vermoord. Waarschijnlijk door terroristen," aldus Van Bommel in "Karavaan".

Losgeslagen
De zevende gang eindigt met een portret van Shabana Rehman, een Noorse stand-up comédienne van Pakistaanse afkomst. Naar mijn bescheiden mening is deze stand-up conwoman losgeslagen. Dat ze met de Noorse vlag op haar naakte lichaam geschilderd, poseert voor een foto bij een kranteninterview gaat perken te buiten. Volgens Van Bommel houden liberale moslimvrouwen van haar en is ze voor conservatieve moslimvrouwen publieksvijand nummer 1. Tja, als je als Rehman zo confronteert, blijf je voor eigen 'liberale' parochie preken en bereik je nooit hen die je tot echte reflectie wilt bezielen en tot onafhankelijke denkers wilt maken.

Om jezelf lachen
De bekendste actie van Rehman waarmee Van Bommel zijn humorpamflet besluit, vind ik niet zo confronterend als die naaktfoto. Eerder ontwapenend. Bij kennisneming van het voorval heb ik werkelijk in een deuk gelegen. Waar gaat het om? Op een bijeenkomst tilt zij een moella op bij zijn middel. Een man die door een vrouw gedragen kan worden, kan nooit een fundamentalist zijn, zegt Rehman hierover. "De moella echter ontbrandt in toorn en dat vind ik jammer. Hij had een wereld kunnen winnen als hij hartelijk om zichzelf had gelachen," aldus besluit Van Bommel de maaltijd.

Dat het u wel moge bekomen.

www.bulaaq.nl/product.php?categorie_id=5&product_id=122

Abdulwahid van Bommel
'Valt er nog wat te lachen met die moslims'
ISBN 978 90 5460 143 2
prijs
14.50

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zeg 't maar

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.